Wat versta je onder humor? En heeft een ernstige man, in het zwart gekleed, soms hanteert hij een huilige preektrant, wel humor?
Misschien goed om ook eens een andere kant te belichten van deze (kleiner wordende) groep voorgangers.
Uit een stukje over druk- en zetfouten op digibron:
Ds. D. Rustige uit Hierden (1889-1963) had ook met de zetduivel te maken. Hij liet een serie prekenboeken verschijnen onder de veelzeggende titel ”Sermoenen uit Niemandsland”. Niemandsland, want hij was bij geen enkel kerkgenootschap aangesloten. Een van zijn boeken, ”Late druiven”, bevatte ook enkele storende fouten. Op een originele manier probeerde hij die onder de aandacht van zijn lezers te brengen: door middel van een boekenlegger.
Op die bladwijzer staat aan de achterkant: „Erratum. Ik beklaag mij niet over de zetter - nog minder over het drukfoutenduiveltje. De zetter ken ik niet, nochtans is hij mij sympathiek geworden door zijn stijlvol werk, zijn juiste begrip van de passages, zijn gevoel voor hetgeen hij ons overbracht. De fouten zijn dus voor mij, arme. Vergeet niet, het is ’n gesproken woord: „Wie in woorden niet struikelt, is een volmaakt man.” Ik tracht ze te achterhalen om koers te houden en zo de lezer, die „lezen” kan, des te meer te doen genieten van dit boek, „vol ergernis” - maar bovenal van „troost”.”
Het is geen humor, noch dijenkletser, maar ik kon een glimlach niet onderdrukken toen ik het las.
En zo zijn er meer predikanten uit de uiterst rechtse flank, die bekend staan om hun humor of kwinkslagen.