Het zit helaas grotendeels achter een betaalmuur.
Maar qua concept ben ik blij dat er mensen zijn die een waardevolle synthese proberen door te denken.
Moderators: henkie, elbert, Moderafo's
Mortlach schreef:Waar het mij om gaat is dat haken een zeer regelmatige patroon heeft (3 en 1 wordt genoemd), en dan krijg je een natuurlijk ogende koraalvorm. Maar als je dat algoritme - een zichzelf herhalend patroon - een klein beetje aanpast, krijg je de meest veelzijdige vormen, die er toch nog steeds allemaal heel natuurlijk uitzien.
Waarom noem ik dit? De claim van sommigen is dat het onmogelijk is om de verscheidenheid aan vormen in de natuur te laten ontstaan door blinde krachten, dat er wel een "intelligentie" achter moet zitten. Dit voorbeeld laat dus zien dat dat echt wel meevalt. Een simpele aanpassing van het zichzelf herhalend patroon (door een mutatie) kan duidelijk leiden tot de meest fantastische vormen!
Pcrtje schreef:Een interessante bijdrage van prof. Gijsbert van den Brink in het ND over zijn nieuwe boek. Hier is het artikel. Reacties?
Cathy schreef:Pcrtje schreef:
Een interessante bijdrage van prof. Gijsbert van den Brink in het ND over zijn nieuwe boek. Hier is het artikel. Reacties?
Ik ben bezig in het boek, een reactie komt later.
Voorlopig ben ik al heel blij dat iemand een poging doet om de theologische consequenties te doordenken.
Gelezen. Maar ik begrijp niet helemaal waarom ze dit aan de orde brengen. Van den Brink schrijft toch vanuit het vertrekpunt dat de evolutietheorie waar is? Ik bedoel: Van den Brink probeert oplossingen voor problemen te geven als de evolutietheorie waar is. Van den Brink schrijft niet een biologieboek.dalethvav schreef:Interessant m.b.t. het boek van v.d. Brink kan wellicht ook dit artikel uit het RD zijn.
Het punt dat ik in deze bijdrage wil maken gaat over de lastige verhouding tussen wetenschap en wonderen. Van den Brink erkent dat evolutie het bestaan van wonderen niet uitsluit. Maar wetenschappelijk bezien zijn wonderen buitengewoon lastig, omdat ze afwijken van de natuurlijke orde en daardoor buiten het bereik van onze onderzoeksmethoden liggen.
Neem als voorbeeld het eerste wonder dat Jezus verricht op de bruiloft te Kana (Joh. 2). De wijn is op en Jezus gebiedt de knechten om de zes watervaten te vullen met water. Dat doen ze. Vervolgens moeten ze het water –dat wijn is geworden– bij de ceremoniemeester brengen. Die proeft en komt tot de ontdekking dat het goede wijn is. De wijn is zelfs van betere kwaliteit dan de wijn die tot op dat moment was geschonken.
Stel nu dat een van de knechten aan de ceremoniemeester vraagt hoe oud deze wijn is of van welk jaar. De ceremoniemeester zou, afgaande op smaak, rijping, afdronk en andere kenmerken van goede wijn, tot de conclusie komen dat de wijn enkele jaren oud is. Het Bijbelse antwoord is echter totaal afwijkend, namelijk enkele minuten.
Het is te kort door de bocht om dit beeld toe te passen op het ontstaan van de aarde. En om misverstanden te voorkomen, Van den Brink zal absoluut niet twijfelen aan de echtheid van dit wonder. Maar het gaat mij om zijn benaderingswijze, en daarom kies ik dit voorbeeld.
Stel dat een monstertje van deze wijn te Kana in handen is gekomen van wetenschappers. Dat het wijn is, zal iedere biochemicus in het laboratorium bevestigen. Dat het goede wijn is, is door vinologen vast te stellen. Dat wijn die zo smaakt, normaliter enkele jaren oud moet zijn, zal geen wetenschapper betwisten. Mogelijk kan de wetenschap op basis van de verhouding van tannine, zuren en restsuikers bepalen van welk jaar en uit welke landstreek de wijn afkomstig is. Maar toch kloppen die tijdsaanduidingen niet vanwege het Goddelijke wonder.
Terug naar “[Religie] - Open forum”
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 29 gasten