‘Seksuele beleving van orthodoxe christenen. Een kwantitatieve observatiestudie naar de invloed van orthodox-christelijke geloofsovertuigingen en seksuele attitudes op aspecten van de seksuele beleving’
(kort onderzoeksverslag)Door: Onno Bakker, 26 juli 2012.
InleidingIn mei en juni 2012 werd een vragenlijstonderzoek gedaan onder een brede groep orthodoxe christenen naar verschillende aspecten van de seksuele gezondheid en de rol die het orthodox-christelijke geloof daarin speelt. Doel was om inzicht te krijgen in zowel positieve als negatieve verbanden. In de studie werd daartoe de invloed van orthodox-christelijke geloofsovertuigingen en seksuele attitudes op aspecten van de individuele seksuele beleving onderzocht. Dit verslag bevat de belangrijkste punten van de onderzoeksresultaten. Mocht u geïnteresseerd zijn in het hele verslag, dan kunt u mailen naar:
onnojjbakker@gmail.com.
Methode: deelnemers, meetinstrumenten
Om gegevens te verzamelen werd via email een link naar een digitale vragenlijst verspreid onder een brede groep van orthodoxe christenen. Dit leverde 294 bruikbare vragenlijsten op. De steekproef bestond uit 154 vrouwen en 140 mannen, gemiddelde leeftijd 36.4 jaar. Deelnemers waren afkomstig uit verschillende christelijke gemeenschappen (o.a. 3% katholiek, 45% protestant waaronder PKN, Gereformeerd Vrijgemaakt en Christelijk Gereformeerd, 26% baptist en 19% evangelisch). Orthodox- christelijke geloofsovertuigingen werden gemeten door deelnemers te vragen aan te geven in welke mate ze het eens of oneens waren met centrale orthodox-christelijke leerstellingen of ontkenningen daarvan.
Seksuele attitudes werden gemeten via een zevental positieve en ruim dertig negatieve attitudes ten aanzien van seksualiteit. Bij positieve attitudes ging het bijvoorbeeld om stellingen als: ‘seks is een gave van God’ en ‘genieten van seks is goed’. De negatieve seksuele attitudes omvatten specifieke stereotypen en overtuigingen ten aanzien van seksualiteit, die in de klinisch psychologische literatuur gelden als kwetsbaarheidfactoren voor de ontwikkeling van seksuele problemen. Dat wil zeggen dat ze seksuele problemen kunnen veroorzaken. Als zodanig hebben deze zogenoemde ‘seksueel disfunctionele overtuigingen’ implicaties voor de seksuele beleving. Bij de vrouwen ging het om stellingen als ‘het bereiken van een orgasme is alleen acceptabel voor mannen, maar niet voor vrouwen’, en bij de mannen om stellingen als ‘de consequenties van een seksuele mislukking zijn rampzalig’. Deelnemers werden ook hier gevraagd om aan te geven in welke mate ze het eens of oneens waren met de stellingen. De reden voor de ongelijke verdeling van positieve en negatieve attitudes was dat er nog geen gevalideerde vragenlijst beschikbaar is die ook positieve orthodox-christelijke visies op
seksualiteit meet. Positieve seksuele stellingen moesten daarom apart opgesteld worden.
Op het gebied van de seksualiteitsbeleving werden verschillende aspecten van de individuele seksuele beleving bevraagd, waaronder de mate van positieve seksbeleving (bijvoorbeeld ‘Ik geniet erg van seks’), de mate van seksuele tevredenheid (bijvoorbeeld ‘Ik ben blij met mijn seksleven’), de mate van seksuele problematiek (bijvoorbeeld ‘Heeft u de afgelopen 6 maanden zorgen of stress gehad in verband met de eigen seksualiteit?’), de mate van schuldgevoelens (‘Ik voel me schuldig over mijn seksuele gedrag’) en de mate van tevredenheid met de frequentie waarmee men seksuele gemeenschap heeft (‘Wat is uw oordeel over de frequentie van uw seksuele gemeenschap?’).
HypothesesOp grond van voorgaande onderzoeken werd verwacht dat orthodox-christelijke geloofsovertuigingen zouden samenhangen met seksuele attitudes. Verder werd verwacht dat orthodox-christelijke geloofsovertuigingen en seksuele disfunctionele overtuigingen samen aspecten van de seksuele belevingen zouden voorspellen. Deze hypotheses werden getoetst met behulp van statistische procedures (Pearson correlaties en regressieanalyses).
ResultatenOrthodoxe christenen bleken over het algemeen weinig geloof te hechten aan seksueel disfunctionele overtuigingen. Op een schaal van 1 – 5 met ‘1’ helemaal mee oneens en ‘5’ helemaal mee eens, scoorden vrouwen gemiddeld 1.9 en mannen 2.0. Dit wil zeggen dat het merendeel van de deelnemers het niet eens was met de negatieve seksuele stellingen. Voor een gedeelte van deze stellingen gold echter dat een percentage van de deelnemers het er wel mee eens was. Deelnemers bleken gemiddeld sterk positieve seksuele attitudes te hebben (gemiddelde score voor vrouwen: 4.0; voor mannen: 4.4).
Op het gebied van de seksuele belevingen scoorden deelnemers, weer op een schaal van 1 – 5, ook positief. Deelnemers bleken vaak een positieve seksbeleving te hebben (4.1), behoorlijk seksueel tevreden te zijn (3.8 ), overwegend weinig seksuele problematiek te ervaren (2.2) en slechts zelden schuldgevoelens over het eigen seksueel gedrag te ervaren (2.3). Alleen de score op de tevredenheid over de frequenties waarmee deelnemers seksuele gemeenschap hadden, was vrij laag: 2.5. Zowel mannen als vrouwen zouden dus over het algemeen iets vaker seksuele gemeenschap willen hebben dan nu het geval is.
Tussen orthodox-christelijke geloofsovertuigingen en seksueel disfunctionele overtuigingen bleek alleen voor de vrouwen een bescheiden, maar toch statistisch significant negatief verband: hoe hoger zij scoorden op orthodox-christelijke geloofsovertuigingen, hoe lager de score op dimensies van seksueel disfunctionele overtuigingen. Voor positieve seksuele attitudes werd onder de vrouwen een sterker significant positief verband gevonden: hoe hoger zij scoorden op orthodox-christelijke geloofsovertuigingen, hoe hoger de score op positieve seksuele attitudes. Voor de mannen werd geen significant verband gevonden.
Orthodox-christelijke geloofsovertuigingen bleken niet samen te hangen met de gemeten aspecten van de seksuele beleving. Seksueel disfunctionele overtuigingen hingen daarentegen voor zowel mannen als vrouwen samen met, en zijn voorspellers voor aspecten van de seksualiteitsbeleving. Een sterk geloof in seksueel disfunctionele overtuigingen draagt bij aan een mindere mate van positieve seksbeleving, een lagere seksuele tevredenheid en een hogere mate van seksuele problematiek. De dimensie 'seksueel conservatisme' (o.a. bestaande uit het idee dat vrouwen passief moeten zijn en mannen initiatief moeten nemen, het idee dat seksualiteit alleen dient voor voortplanting, en het afwijzen van specifieke seksuele gedragingen zoals masturbatie, orale en anale seks,) bleek in een regressieanalyse voor zowel mannen als vrouwen bijvoorbeeld een mindere mate van positieve seksbeleving te voorspellen. Positieve seksuele attitudes blijken voor vrouwen juist geassocieerd met een hogere mate van positieve seksbeleving. Voor mannen werd er geen verband gevonden tussen positieve seksuele attitudes en aspecten van de seksuele beleving.
Tot slot gaf het overgrote deel van de respondenten aan dat hun geloof in God invloed heeft op de keuzes en beslissingen die zij maken ten aanzien van seksualiteit, de manier waarop ze denken over seks en de manier waarop ze seks beleven.
ConclusieOrthodoxe christenen blijken over het algemeen weinig geloof te hechten aan seksueel disfunctionele overtuigingen, maar hebben juist positieve seksuele attitudes. Orthodox-christelijke geloofsovertuigingen blijken, als inhoudelijke maat van orthodox-christelijk geloof, niet geassocieerd met (een positieve of negatieve) seksualiteitsbeleving. Seksueel disfunctionele overtuigingen hangen wel samen met, en zijn voorspellers voor verschillende aspecten van de seksualiteitsbeleving.
Ondanks het feit dat er geen verband werd gevonden tussen orthodox-christelijke geloofsovertuigingen en de gemeten aspecten van de seksualiteitsbeleving, geven orthodoxe christenen aan dat hun geloof in God wel degelijk invloed heeft op aspecten van hun seksualiteit. Mogelijk ligt die invloed niet op het vlak van de geloofsinhoud op zich, maar in de houding tegenover en interpretatie van die inhoud met betrekking tot seksualiteit. Vervolgonderzoek zou hier meer licht op moeten werpen. Daarnaast wordt onderzoek naar het ontwikkelen van een vragenlijst met positieve orthodox-christelijke attitudes aanbevolen. Ten slotte wordt aanbevolen om onderzoek onder orthodox-christelijke cliënten van seksuologen te doen naar de aard van hun seksuele problematiek en de rol die hun geloof daarin speelt.