Berichtdoor marin » 29 sep 2012 21:49
Toch maar terug naar het onderwerp, 'Waar ga je heen op het moment dat je sterft'?
Is er een bewust voortleven na de dood?
In de algemene gedachtegang van de christelijke kerken heerst de mening, dat met het sterven niet alles afgelopen is.
Volgens deze mening zijn de doden in het hiernamaals in de hemel - het paradijs
- of in het vagevuur of in de hel, waar zij kunnen horen, zien, spreken, zingen, gelukkig zijn of lijden.
Satan spiegelde het eerste mensenpaar voor, dat sterven niet dood was; hij wilde Gods leer over de sterfelijkheid ondermijnen en misleidde Eva met de woorden: “Gij zult geenszins sterven... gij zult als God zijn.” Met grote sluwheid is hij te werk gegaan en zijn eerste leugen vond weerklank. Omdat men echter niet kan ontkennen
dat het lichaam aan de dood moet worden prijsgegeven, moest er toch iets anders zijn dat niet sterft... en als God is.
Zo ontstond de leerstelling dat de mens uit twee delen bestaat, namelijk: een stoffelijk lichaam en een onstoffelijke ziel - het lichaam zou vergaan, maar de ziel niet.
Wij kunnen in de Bijbel ongeveer 1700 maal het woordje “ziel” vinden, maar nergens staat het woord “onsterfelijk” ervoor. Als de mens dus een onsterfelijke ziel zou bezitten, dan was hij onsterfelijk.
In Gods Woord lezen wij echter iets heel anders: Alleen God en Christus bezitten de onsterfelijkheid.
Het woordje “alleen” getuigt al dat geen van geschapen wezens in het grote heelal onsterfelijk is; onsterfelijkheid is van nature iets wat de mens later moet ontvangen.
Ds. J. J. Knap in “Aan de overzijde” op blz. 18: “Onder bijna alle heidense volken was men er van overoude tijden af diep van overtuigd, dat het bij de dood niet met de ziel gedaan was. Er moest ergens een oord zijn, waar zij na het sterven heenging om er een tweede leven te leiden na het aardse leven voleindigd te hebben.”
Is het niet eigenaardig dat juist heidense volken geloofden in de onsterfelijkheid van de ziel?
De leer van het heidendom stemt niet overeen met de leer van de Bijbel.
En hoe zou de Bijbel het dan met de leer der onsterfelijkheid eens kunnen zijn?
Daarom schrijft Prof. Korff dan ook in “Onsterfelijkheid” op blz. 12: “Het is dus wel duidelijk, dat de leer van de onsterfelijkheid der ziel allerminst geacht kan worden een zuivere uitdrukking te geven aan de inhoud van het christelijk geloof. Wij moeten veeleer constateren: in de wereld van het christelijk geloof is ze een indringster, die
van vreemde herkomst is.”
Prof. Veenhof sprak voor de kring van vrijgemaakte onderwijzers en leraars nadrukkelijk uit: “Het begrip “onsterfelijkheid der ziel” hoort in de christelijke geloofstaal niet thuis.” (uit het “Gereformeerd Gezinsblad van 14 en 17 april 1956).
Met recht kon de Psalmist daarom uitroepen: “Welk mens leeft er, die de dood niet zien zal, die zijn ziel redden zal uit de macht van het dodenrijk?” Psalm 89:49.
Eeuwig leven: alleen in christus Jezus
Sommigen beweren dat “dood” het einde van alles is, maar de Bijbel ontkent dit; bij het graf van Lazarus zei Jezus: “Ik ben de opstanding en het leven; Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven.” Johannes 11:25.
De mens is het eigendom van God; ook alle onderdelen van het menselijk lichaam, zoals het verstand en de geest. Voordat de mens geboren wordt, ziet God hem en ook na de geboorte ontgaat niets aan Zijn alziend oog. (Lees met aandacht Psalm 139:13-16). God vergeet Zijn schepselen niet in het graf; voor Hem zijn zij niet voor
altijd dood.
Job vertrouwde rotsvast op Gods liefde voor de mensen en hij rekende erop eenmaal weer in het leven teruggeroepen te zullen worden. “Als een mens sterft, zou hij herleven? Dan zou ik hoop hebben al de dagen van mijn zware dienst, totdat mijn aflossing zou komen. Gij zoudt roepen en ik zou U antwoorden, naar het maaksel uwer handen zoudt Gij verlangen.” Job 14:14,15.
God verliest hen niet uit het oog voor wie in Christus gestorven is; al rust het lichaam in de aarde om te vergaan - de namen van de overledenen staan in de hemelse boeken opgetekend, en God zal hen uit de doodslaap opwekken, zoals het eens met Lazarus is gebeurd. “...want de Here Zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan.” 1 Thessalonicenzen 4:16.
Krachtig klinkt dan de stem van Jezus en de doden die in de graven liggen, horen Zijn stem.
Let op: de doden zijn nu niet in hemel, ook niet in de hel, maar in de graven, die bij de komst van Jezus zullen opengaan. Wat een machtig schouwspel zal dat zijn! Een wonder van God!
Daarom zegt de Schrift: “Verwondert u hierover niet...! Wij moeten op die geweldige gebeurtenis voorbereid zijn. Jezus wil Zijn belofte waarmaken en Hij alleen heeft de macht dit te doen. “...en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.” Openbaring 1:18.
Prof. Dr F. W. A. Korff boek Onsterfelijkheid” - twee voordrachten uit de nalatenschap - op blz. 16: “...dat Christus ons uit de dood zal opwekken (misschien ook in Fil.1:23 ondersteld). Christus is de Eersteling van de nieuwe wereld Gods, en deze Eersteling trekt ons achter zich aan.
Wij sterven naar lichaam en ziel en worden prijsgegeven aan de ontbinding van de dood. Maar naar lichaam en ziel zal Christus ons opwekken en ons een nieuw waarachtig leven schenken.”
Laatst gewijzigd door
marin op 29 sep 2012 22:01, 2 keer totaal gewijzigd.
Jes 8: 20: Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad. King James: Dit komt, omdat er in hen geen licht is.