2e feestdagen
Daar er bij de verroomsing van de kerk steeds meer feestdagen waren ontstaan, kwam er in de Reformatie een sterke actie openbaar tegen al de kerkelijke feestdagen. Ook in de Nederlanden hebben de kerkelijke leiders aanvankelijk getracht al de feestdagen af te schaffen. Zo bepaalde de Synode van Dordt 1574: 'Aangaande de feestdagen naast de zondag is besloten dat men met de zondag alleen tevreden zal zijn. Doch men zal de gewone stof van de geboorte van Christus 's zondags voor de Kerstdag in de kerk behandelen en het volk inzake de afdoening van deze feestdag vermanen, en ook over deze stof op de Kerstdag prediken, zo hij valt op een predikdag. Men zal op Paas- en Pinksterdag over de verrijzenis van Christus en de zending van de Heilige Geest mogen leren, wat in de vrijheid van de dienaren zal staan'. Men wilde dus aanvankelijk over het kerstgebeuren preken op de zondag voor 25 december. Wat betreft Pasen en Pinksteren moest het Woord alleen bediend worden op de eerste feestdag, op de zondag, en niet op de tweede feestdagen. Dat men langzamerhand er toch toe overging om de christelijke feestdagen te onderhouden, was een gevolg van de eis van de overheid.
Het tolereren van de feestdagen door de kerk
Het bleek dat het volk de feestdagen in de week zo maar niet wilde laten verdwijnen. Men wilde de tweede feestdagen, Kerst-, Paas- en Pinksterdagen en ook de Nieuwjaars- en Hemelvaartsdag onderhouden.
Het gevolg was dat het volk zonder kerkdiensten die dagen in lediggang en losbandigheid doorbracht. Om dat te voorkomen beval de overheid dat er kerkdiensten moesten worden gehouden om dit kwaad te voorkomen. Zo bepaalde reeds de volgende Synode van Dordrecht 1578: 'Het ware wel te wensen, dat de vrijheid van zes dagen te arbeiden, van God toegelaten in de kerk gehouden en de zondag alleen gevierd mocht worden. Nochtans, dewijl sommige andere feestdagen door autoriteit van de overheid onderhouden worden, te weten de Kerstdag met de volgende dag, insgelijks de tweede Paasdag en de tweede Pinksterdag en op sommige plaatsen de Nieuwjaarsdag en de Hemelvaartsdag, zo zullen de dienaars naarstigheid doen, dat ze met predikatiën, in dewelke zij inzonderheid van de geboorte en de verrijzenis van Christus, de zending van den Heiligen Geest en dergelijke artikelen des geloofs de gemeente leren zullen, de onnutte en schadelijke lediggang in een heilige en profijtelijke oefening veranderen. Hetzelfde zullen de kerkedienaren doen in die steden, waar meer feestdagen door de autoriteit van de overheid onderhouden worden. Intussen zullen alle kerken arbeiden, dat het gewoonlijk gebruik aller feestdagen, behalve Kerstdag - dewijl Pasen en Pinksteren op de zondag vallen - zoveel mogelijk in en op het allervoegelijkst afgedaan worde'.
Overgenomen van
kerkrecht.nl. (Aangaande de manier
waarop het ontstaan is.)
M.b.t. de
betekenis van de 2e feestdagen, als ik mij goed herinner,
houdt het verband met het feit (zoals eerder bericht) dat Kerst, Pasen en
Pinksteren ook voor mensen buiten de kerk iets te zeggen heeft.