Hallo,
Ik was met dit onderwerp begonnen, maar ik kon er niet meer op komen, omdat het was verplaatst.
Ik denk en dan ga ik uit van de Schrift, dat Israel uit twee huizen bestaat. Te weten Israel en Judah. Ik kom dat vele malen tegen o.a in Ezechiël, Jesaja, Jeremia e.a.
Dat deze twee huizen nog niet samengevoegd zijn als het ganse Israel (zie o.a.Romeinen 11, Jeremia 3:18, Jeremia 31,Amos 9:11) komt ook vanwege de strafmaat van huize Israels.Een eenvoudig rekensommetje e tijdsduur van de bestraffing en verbanning van het huis Israëls (niet te verwarren met het huis van Judah-Ezechiël 37) is bijna ten einde. Dan zal Judah ontdekken dat Israël iets(=gehele Torah) heeft wat zij (nog) niet heeft.(dat wekt tot jaloersheid Romeinen 11:11).Kijk naar de geschiedenis van Jozef in Genesis 44, waar Juda iets aan Jozef vraagt, terwijl hij hem niet herkent en hem hoger acht dan hemzelf, terwijl het z'n eigen broeder is (Genesis 44:18).
Huis israels werd in 721 BC verbannen naar Assyrië. Ezechiël moest in hoofstuk 4 '390 dagen op zijn zij liggen voor de ongerechtigheid van huize Israëls'.In Leviticus 26:18 lees ik over de vermenigvuldiging van de straf(zevenvoudig).Voor elke dag één jaar lees ik in Ezechiël 4:6. Dat maakt zeven maal 390 jaar 2730 jaar is en vanaf 721 BC kortgezegd zeer binnenkort.
Nu weet men of ontkent huize Israels. Logisch vanwege de strafmaat en de Lo-Ammi.
Ook Judah ziet haar al áánkomen. Men weet in bijvoorbeeld een Messiaanse gemeente niet wat men eigenlijk met de 'gelovigen uit de heidenen aanmoet, want 'jood'zijn ze niet.Logisch.In Zacharia 11:7 en 14 lezen we over hun verbinding én hun scheiding.
Verder staat er in Genesis 6:3 staat dat YHWH de mens niet ouder laat worden dan honderd en twintig jaar, maar Noach werd veel ouder. Zou dat te maken hebben met de jubeljaren?(120 jubeljaren(50) maakt 6000 jaar, de afgelopen drie waren 1867,1917,1967 volgens informatie.
Maar zoals de Schrift zegt, zal het huis Israels hersteld worden en tesamen met het huis van Judah zullen zij optrekken naar het land van hun voorvaderen(Ezechiël 37, Jeremia 31 en vele anderen.Dus er komt een opening,denk ik.
Van de grote en vreselijke dag (oordeelsdag) weet niemand, maar over de tijd voor de uittocht, geeft de Schrift genoeg gegevens ter voorbereiding.
Of zie ik dat verkeerd?
Shalom, Chaver.