Boekenlezer schreef:Niet alles wat gezond is, wordt in de vorm van een gebod voorgeschreven. Maar er staat maar wel even: "Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die." Als de onderliggende feiten hiermee niet zouden corresponderen, zou dat nogal leugenachtig zijn, of dom. En jouw verklaring is een verklaring van corruptie. Zo van: 'we willen dit of dat graag tot gelding brengen, nu ja, laten we er eens een religieuze reden tegenaan gooien. Dat zal wel werken.' Bovendien is zo'n stelling niet te bewijzen. Ik heb eerder het idee, dat jij iets verzint wat goed in jouw straatje past.
In de Deuteronomiumversie van de decaloog wordt het vierde gebod onderbouwd met de exodus (bevrijding > vrije dag). Dit wijst erop dat de onderbouwing van het (relatief lange) vierde gebod oorspronkelijk er niet bij stond, maar dat dit een latere toevoeging is. Dat blijkt ook in Ex 20 uit de verwisseling van de personen: God is aan het woord, maar in de toelichting gaat het opeens over de Heer in de derde persoon.
Even afgezien van de gangbare wetenschappelijke opvattingen moet je ook vanuit een zeer behoudend perspectief aannemen dat er commentaren van de redacteur(en) in de tekst van de Pentateuch te vinden zijn (zoals bij Abraham dat gezegd wordt dat de Kanaänieten toen in het land leefden). Dus zelfs als je aanneemt dat de tien geboden daadwerkelijk direct door God aan Mozes zijn geopenbaard, is het een alleszins aannemelijke interpretatie om de toelichting bij het vierde gebod tussen haakjes te zetten als verklarende toevoeging. Dan is het ook goed te verklaren waarom Mozes in zijn parafrase in Deuteronomium een heel andere onderbouwing van dit gebod geeft.
Dit alles gaat niet in tegen Boekenlezers argumentatie, maar denk wel aan het volgende. Als we aannemen dat de auteur(s) van Genesis 1 dezelfde is/zijn als die van de toelichting op het vierde gebod in Exodus (wat zowel het geval is vanuit het gangbare wetenschappelijke perspectief als een plausibel scenario vanuit het zeer behoudende kamp), dan moet de intentie van beide gedeelten hetzelfde zijn. Hierbij heeft Genesis 1 voorrang, omdat Ex 20 hiernaar samenvattend terugverwijst. En als nu zou blijken dat Genesis 1 niet bedoeld is als een naïef-letterlijke descriptie van Gods schepping, dan is dat automatisch ook niet het geval in Ex 20.