De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) vormen een kerkgenootschap in Nederland.
- Per 1 jan. 2014 zijn er 180 plaatselijke CGK-gemeenten. Dat is 9 minder dan in 1999.
- Per 1 jan. 2014 tellen de CGK 73.692 leden, waarvan 45.342 belijdend. In 1999 waren dat er nog 75.049, waarvan 44.853 belijdend.
- Per 1 jan. 2014 tellen de CGK precies 150 dienstdoende predikanten. De CGK tellen 69 emeritus-predikanten. In 1999 telden de CGK 164 dienstdoende predikanten.
Zie voor meer informatie: http://www.cgk.nl
Voor de profilering van de CGK, zie: http://www.cgk.nl/index.php?kerkverband-1
Voor de geschiedenis van de CGK, zie: http://www.cgk.nl/index.php?geschiedenis
Voor de plaatselijke kerken van de CGK, zie: http://www.cgk.nl/index.php?plaatselijkekerken
Voor de predikanten van de CGK, zie: http://www.cgk.nl/index.php?predikanten-1
Citaat Wikipedia: De Christelijke Gereformeerde Kerken zijn ontstaan in 1892 als een voortzetting van de Christelijke Gereformeerde Kerk die in 1869 ontstond uit de samenvoeging van de Christelijke afgescheiden gemeenten en de Gereformeerde Kerken onder het Kruis. Vrijwel de gehele Christelijke Gereformeerde Kerk van 1869 fuseerde in 1892 met de Nederduitse Gereformeerde Kerk (Dolerende) tot de Gereformeerde Kerken in Nederland, op drie gemeenten en een aantal leden na.
Zie voor meer informatie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Christelij ... rde_Kerken
De CGK kenmerken zich tegenwoordig door een grote verscheidenheid.
- Er is een behoudende stroming rond Bewaar het Pand, die vast wil houden aan de Statenvertaling en de psalmberijming van 1773 (niet-ritmisch). Deze stroming behoort tot de bevindelijk gereformeerden. Vrouwen dragen een rok en zetten een hoed op als ze naar de kerk gaan. Met name in het jeugdwerk vindt er ook samenwerking plaats met de HHK. De behoudende stroming vormt een minderheid in de CGK, circa 20% van de CGK-leden behoort tot deze stroming.
- Er is een meer vooruitstrevende vleugel, die openstaat voor vernieuwingen. Dikwijls worden twee psalmberijmingen gezongen (1773 en 1967), en er wordt ook gezongen uit het Liedboek voor de Kerken, Schriftberijmingen en de Opwekkingsbundel. Dikwijls wordt er gelezen uit de NBG'51 en soms ook uit de NBV, maar de NBV is door de synode afgeraden. Op plaatselijk niveau wordt er geregeld samengewerkt met de GKV en de NGK, en er zijn ook gefuseerde CGK/GKV- en CGK/NGK-gemeenten. De meerderheid van de CGK-leden behoort tot de meer vooruitstrevende stroming.
- Er is tevens een middenstroming in de CGK. Dikwijls wordt er alleen uit de psalmberijming van 1773 gezongen (vaak ritmisch), en gelezen uit de Herziene Statenvertaling.
- Er zijn ook CGK-gemeenten die evangelisch getint zijn.
Deze verscheidenheid is er overigens niet van de laatste jaren. Al vanaf het ontstaan van dit kerkverband zijn er verschillen geweest. Hierdoor zijn in het verleden vele gemeenten en predikanten overgegaan naar andere kerkverbanden. Een bekend voorbeeld is ds. E. du Marchie van Voorthuysen, die in 1952 met Leersum overging naar de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Zoals overigens aan de cijfers te zien is, hebben de CGK ook de laatste jaren te maken met een licht dalend ledenaantal.
Mijn vragen zijn:
- Hoe is het mogelijk dat er in de CGK zoveel verdeeldheid is?
- Waarin onderscheiden de CGK zich anno 2015 van andere kerkverbanden (op het gebied van theologische opvattingen etc.)? Is het bijvoorbeeld juist dat de CGK de "drieverbondenleer" voorstaan?