In Filippenzen 2:1-4 staat:
1 Indien er dan enig beroep (op u gedaan mag worden) in Christus, indien er enige bemoediging is der liefde, indien er enige gemeenschap is des geestes, indien er enige ontferming en barmhartigheid is, 2 maakt (dan) mijn blijdschap volkomen door eensgezind te zijn, één in liefdebetoon, één van ziel, één in streven, 3 zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang, 4 maar ieder (lette) ook op dat van anderen. (NBG'51)
Het gaat mij vooral om het vetgedrukte zinsdeel. Paulus roept ons op om de ander uitnemender te achten dan jezelf. Wat bedoelt Paulus hiermee? Bedoelt hij hiermee dat je anderen altijd beter moet achten dan jezelf, ook al zondigt die ander misschien veel meer? Ikzelf vind dit namelijk erg lastig, en ben juist geneigd om mezelf beter te achten dan anderen. Hoe doe je dit concreet: de ander uitnemender achten dan jezelf? Wat bedoelt Paulus concreet met dit Schriftwoord?