Ik zat pas de schepping te bestuderen en kwam op die manier op de volgende vragen: In Genesis 1 vers 3 lees ik: "En God zei: Laat er licht zijn. En er was licht." In vers 14 lees ik: "En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht." Hoe verhouden die twee scheppingsdagen zich tot elkaar? Hoe kon het licht er al zijn, als er geen bron van licht was? En wat werd er dan eigenlijk op die 1e dag geschapen?
Het tweede wat me opviel, was dat er verschil is in hoe bepaalde dingen werden en tot stand kwamen. Op de ene dag zegt God en is het er vervolgens. Op andere dagen zegt God: 'Laten er...' en dan maakt Hij ze. Iemand een idee waarom dat verschil is er?