Andere Jas schreef:Ja, ik doe het even makkelijker. Even een vraagje aan jouw, want ik kwam deze berg laatst ook al tegen in een ID-propaganda DVD over de Cambrian Explosian. In een ander boek waarin ik bezig ben kwam ik al een soortgelijke analogie tegen van Dawkins over typende apen, volgens mij uit The Blind Watchmaker waarin apen een regel van elkaar kopiëren om zo tot een zin uit het werk van Shakespeare te komen.
Nu valt mij bij allebei de voorbeelden op dat de veranderingen, de stapjes van de berg en het kopiëren van de apen, dat de veranderingen alleen plaats kunnen vinden in richting van het eindproduct zoals wij dat nu kennen. Je zou denken van willekeurige mutaties dat deze niet zo'n duidelijke richting aangeven, zeker omdat de hedendaagse ervaring is dat mutaties juist schadelijker zijn voor een mensenleven volgens mij, waardoor het mij logischer lijkt dat een mutatie die voor een tussenstap zou moeten zorgen genadeloos in de kiem smoort.
Je moet inderdaad voorzichtig zijn met voorbeelden die naar gewenste eindresultaten toewerken. Dawkins waarschuwt daar trouwens wel voor als ie zijn voorbeeld over typende apen vertelt. Maar het is zeker iets waar je kritisch op moet blijven letten. Analogiën en verklarende voorbeelden zijn sowieso erg listig wat dat betreft.
Wat betreft de mutaties. Ja, die zijn veel vaker schadelijk dan nuttig (nog veel vaker zijn ze effectsloos). Maar goed, stel, en hier komt het verklarende voorbeeld, dus pas op. Stel, je hebt een organisme. Dat organisme produceert 1000 nakomelingen, waarvan 999 een mutatie hebben die ze niet levensvatbaar maakt, en één een mutatie heeft die effectsloos of nuttig is. Wat gebeurt er dan. die 999 gevallen zien het levenslicht niet, of te kort om voor nageslacht te zorgen. De enige die zijn mutatie kan doorgeven aan de volgende generatie is die ene die een nuttige of effectsneutrale mutatie had.
Beter is nog het volgende. 1 organisme krijgt 1000 nakomelingen. 100 hebben een nadelige mutatie, 899 geen mutatie of effectsneutrale en 1 een gunstige mutatie. Stel even voor het gemak de grootte van iedere generatie op 1000, anders krijg je zo snel een bevolkingsexplosie. Maar goed. De 100 met de nadelige mutatie krijgen vanwege die mutatie maar 50 nakomelingen, die ene met de gunstige mutatie krijgt er 2, en de 899 neutrale vullen de rest op tot 1000. verhouding: 50-948-2. De volgende generatie is dan al 25-971-4. Je ziet dat het aandeel individuen met de gunstige mutatie toeneemt, en met de ongunstige mutatie afneemt. Tot de volgende mutatie optreedt natuurlijk, dan gaat het met iets andere getallen gewoon verder. Toch zal altijd de positieve mutatie geselecteerd worden en de negatieve mutatie weggeselecteerd. Dit is natuurlijk een gruwelijk versimpeld model, maar in principe komt het hier op neer.
Kan jij wat vertellen over de richting waar de stapsgewijze veranderingen door natuurlijke selectie en mutatie? Ik heb namelijk alleen het idee dat onze simulaties van Dawkins werken als de veranderingen steeds naar een einddoel werken in plaats van willekeurig alle richtingen op te werken.
Dat idee moet je van je af zetten. Als je denkt dat iemand je dat aan het vertellen is, mag je hem/haar er gerust op aanspreken, want dan verkoopt ie kolder.
Ik zal het voorbeeld van de oogsimulatie wat verder uitwerken. Stel je een plat laagje van 4 lichtgevoelige cellen voor, dat is je "oeroog" waar de simulatie mee begint. Eén van de eigenschappen die het door mutatie kan veranderen is lengte +/- 1. Generatie 2 bestaat uit 3 individuen met lengtes 3, 4, en 5. Het oog met 3 lichtgevoelige cellen is minder goed in het opvangen van licht dan zijn ouder, dus wordt geschrapt. 4 is evengoed, maar die van lengte 5 is beter, Met die laatste gaan we dus verder. Op deze wijze zal het laagje al snel uitgroeien tot een aardige lengte, van pak-em-beet 100 cellen.
Een andere functie die door mutatie kan veranderen is de curve van de laag. Ook die muteert met +/- 1. De laag kan plat blijven (mutatie 0), hol trekken (+1) of bol trekken (-1). Het blijkt dat de laag die 1 graad hol trekt een klein beetje kan bepalen uit welke richting de lichtinval komt. De andere gevallen kunnen dat niet (plat) of minder goed (bol). Dus gaan met met het holle oog verder. Er blijkt een optimum aan de vorm te zitten, en door steeds willekeurig de mate van gebogenheid te muteren kom je op een optimum op van het bijna cirkelvormige oog met een gat bovenin voor de lichtinval.
Als je nog wat meer eigenschappen als transparantie en brekingsindex inprogrammeert op basis van middelbareschool optica regeltjes zal het programma ook "zelf" een lens muteren.
Het is dus niet zo dat je het programma vertelt dat het naar een bolvormig oog met lens moet toewerken. Nee. Je vertelt het alleen maar welke eigenschappen het mag muteren, en hoeveel effect elke mutatie mag hebben (en die kies je uiteraard zeer terughoudend om de te verwachten kritiek voor te zijn - het oog muteert niet ineens pootjes). En dan laat je het programma zelf naar een optimum toewerken. Dat dat optimum te vergelijken is met structuren zoals we die in de natuur tegenkomen is helemaal zo verbazingwekkend niet, juist niet zelfs. Het programma en de natuur hebben blijkbaar dezelfde optimale structuur gevonden, door steeds alleen maar de mindere structuren weg te selecteren.
Je laat nadrukkelijk het programma wél willekeurig alle richtingen op werken. Echter, bij iedere generatie/iteratie laat je het programma bepalen welke vormen op dat moment het beste zijn, en alleen met die vormen laat je het verder werken. Precies zoals dat in de natuur ook gebeurd.
Even voor de duidelijkheid: het experiment is niet van Dawkins zelf; hij schrijft er alleen over in zijn boek. Het onderzoek dat hij beschreef is dit: (Nilsson D.E. & Pelger S., "A pessimistic estimate of the time required for an eye to evolve")