In de Bijbel staan veel tegenstrijdigheden in verhalen..dan word een verhaal in een ander hoofstuk weer een keer verteld..maar dan net iets anders...hoe komt dit? zijn dit vertaalfouten(maar staat wel in alle Bijbels)...hoe zou dit komen?
Dit is niet om de Bijbel af te kraken ofzo(ookal is het voor mij geen waarheid) maar wil toch weten hoe jullie deze kleine foutjes zien, want het zijn er erg veel
1 Kronieken 18:4. En David nam hem 1.000 wagens af, en 7.000 ruiters, en 20.000 man te voet en David ontzenuwde al de wagen paarden, doch hij behield 100 wagens daarvan over.
2 Samuël 8:4. En David nam hem 1.000 wagens af, en 600 ruiteren, en 20.000 man te voet en David ontzenuwde alle wagenpaarden, en hield daarvan 100 wagenen over.
2 Koningen 8:26. Twee en twintig jaren was Ahazia oud, toen hij koning werd, en regeerde een jaar te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Athalia, de dochter van Omri, den koning van Israel.
2 Kronieken 22:2. Twee en veertig jaar was Ahazia oud, toen hij koning werd, en hij regeerde een jaar te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Athalia, een dochter van Omri.
Jeremia 52:12. Daarna, in de vijfde maand, op den tienden der maand (dit jaar was het negentiende jaar van den koning Nebukadrezar, den koning van Babel), als Nebuzaradan, de overste der trawanten, die voor het aangezicht des konings van Babel stond, te Jeruzalem gekomen was; Zo verbrandde hij het huis des HEEREN en het huis des konings; mitsgaders alle huizen van
Jeruzalem en alle huizen der groten verbrandde hij met vuur.
2 Koningen 25:8. Daarna in de vijfde maand, op den zevenden der maand (dit was het negentiende jaar van Nebukadnezar, den koning van Babel) kwam Nebuzaradan, de overste der trawanten, de knecht des konings van Babel, te Jeruzalem. En hij verbrandde het huis des HEEREN, en het huis des konings, mitsgaders alle huizen van Jeruzalem en alle huizen der groten verbrandde hij met vuur.
1 Koningen 7:26. Haar dikte nu was een hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens bekers of ener leliebloem, zij hield 2.000 bath.
2 Kronieken 4:5. Haar dikte nu was een hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens bekers of ener leliebloem, bevattende vele bathen, zij hield 3.000 (i.e. bath).
2 Kronieken 3:16. Hij maakte ketenen als in de aanspraakplaats en hij zette ze op de hoofden der pilaren daartoe maakte hij 100 granaatappelen en zette ze tussen de ketenen.
1 Koningen 7:20. De kapitelen nu waren op de twee pilaren, daarboven tegenover den buik dewelke was nevens het net en 200 granaatappelen waren in rijen rondom, ook over het andere kapiteel.
Johannes 5:37 ''Gij hebt nooit zijn stem gehoord of zijn gedaante gezien.
Johannes 14:9 ''Wie Mij gezien heeft,heeft de Vader gezien.
Johannes 5:31 ''Indien Ik getuig van Mijzelf,is mijn getuigenis niet waar.''
Johannes 8:14 ''Jezus antwoordde en zeide tot hen: Ook al getuig ik van Mijzelf,toch is mijn getuigenis waar.