Tja, zolang je evolutie afwijst omdat je denkt dat er dan een soort halve soorten zouden moeten zijn, kom je nergens. Sterker nog, als ik dat zou denken, zou ik evolutie ook afwijzen.
Gelukkig volgt dat dan ook helemaal niet uit de evolutietheorie. Elk wezen is compleet en in staat te overleven. En toch is het tegelijkertijd mogelijk dat een soort in een andere evolueert of er nieuwe organen ontstaan - nogmaals, waarbij alle tussenstappen complete soorten zijn die overleven.
Als er een soort is die in bomen leeft, kun je ervan uitgaan dat er zo nu en dan een individu naar beneden kukelt. Niet alle vallen zijn dodelijk, natuurlijk, dat hangt af van de hoogte en de mate van valbreking. Maar de individuen met betere valbreking kunnen dus van hoger vallen zonder dat het terminaal is, en dus overleven deze beter. En dan kan een begin van een vleugel of huidflap al een verschil maken. En dan heb je uiteindelijk dit soort beesten:
De fout die creationisten zo goed als altijd maken, is dat ze een orgaan koppelen aan een bestaande functionaliteit. "Een vleugel is om te vliegen, zeggen ze dan. Dus als je een 'halve vleugel' hebt, kun je niet vliegen zoals we dat nu zien, dus is dat waardeloos." Het idee dat de functionaliteit met het orgaan mee-ontwikkelt, willen ze niet zien, want dat ondergraaft hun positie nogal. Maar als je als soort regelmatig uit bomen kukelt, heb je echt meer aan een halve vleugel dan aan helemaal geen vleugel.